1 Meer groen
Bestraat maximaal 40% van je tuin en leg alleen steen waar je loopt of zit. Teveel steen zorgt voor wateroverlast en vormt een voedingsbodem voor groene aanslag en mierenoverlast. Meer groen in de tuin leidt tot een betere afwatering (minder wateroverlast bij hevige regenbuien). In een groenere tuin blijft het in hete zomers langer koel.
2 Groene omheining
Een groene haag is milieuvriendelijker dan een schutting en verwelkomt vogels en insecten. Heb je geen ruimte voor een haag? Laat dan de beschutting begroeien met groen. Denk bijvoorbeeld aan kamperfoelie of clematis. Fijn voor vogels en insecten. En jij kunt ook genieten van het groen en de bloemen!
3 Slim omgaan met water
Koppel je regenpijp af van het riool, zodat je regenwater beschikbaar hebt voor je planten. Vang een deel van het regenwater op in een regenton of vijver voor later gebruik. Geef je planten in droge periodes één keer per week veel water, in plaats van iedere dag een beetje. Zo krijgen je planten sterkere wortels en zijn ze minder gevoelig voor plagen.
Water in de tuin geeft leven. Maar heb je geen ruimte voor een vijver? Dan is een minivijver, een klein waterelementje of een vogelbadje al een echte aanwinst voor je levende tuin!
4 Tuinier natuurlijk
Zet planten op de juiste plek (grondsoort, vocht, zon en wind) om plagen te voorkomen. Planten die op de verkeerde plek staan, hebben veel extra onderhoud nodig om te kunnen gedijen. Verwelkom natuurlijke vijanden in je tuin die plaagdieren eten. Wist je bijvoorbeeld dat oorwormen heel erg nuttig zijn in de tuin? Ze eten bladluizen, bladvlooien, kleine rupsen en soms zelfs bromvliegen.
Heb je eenmaal een plaag, verwijder dan de bron van de plaag en bestrijd deze met hand en natuurlijke vijand.
5 Gezonde en diverse beplanting
Kies voor biologische beplanting met een milieukeurmerk die passen bij de grondsoort en de hoeveelheid zon, wind, vocht en schaduw in je tuin. Met groene bodembedekkers of boomschors voorkom je onkruid en is de afwatering goed.
6 Diervriendelijke tuin
Heet dieren welkom in je tuin door ze toegang, voedsel, een nestplaats en beschutting te bieden. Zorg het hele jaar door voor bloeiende inheemse planten. Zo help je nuttige insecten als bijen aan voedsel.
7 Groen dak
Een groen dak werkt verkoelend bij warm weer, vangt bij regenbuien water op en zorgt voor meer insecten en dieren.
8 Gras
Gras in je tuin helpt bij een groene afwatering. Maai je gras niet te kort om mos te voorkomen.
Zaai er ook bloeiende inheemse planten door, of ga voor een bloemenweide, die je twee keer per jaar maait. Zo kun je genieten van kleur en allerlei leven in de tuin. Bij bijvoorbeeld Cruydthoeck kun je verschillende zaadmengsels (ook voor door je gazon) aanschaffen die goed zijn voor een levende tuin. Hiermee zorg je voor insecten, maar ook voor de insectenetende vogels.
9 Hoogteverschillen in de tuin
Met hoogteverschillen in de tuin voorkom je wateroverlast in huis en kun je bij extreme neerslag water opvangen in de lagergelegen delen.
10 Maak zelf compost
Compost is goed voor de waterhuishouding van de bodem. Maak je eigen compost van je tuin- en keukenafval, zodat je geen turfhoudende compost hoeft te kopen.
Bronnen:
– Milieu Centraal
– Tuinontwerp De groene pen